Met het oog op het leereffect voor werkveldpartners en/of burgers is toenemende afstemming en verwevenheid met de portefeuille Met partners in de stad impact vergroten essentieel. Het ontwikkelen van duurzame leergemeenschappen in de metropoolregio Amsterdam als rijke, stadse leeromgeving blijkt in de praktijk echter niet eenvoudig te realiseren. Het verbinden van partners, de verhouding tot bestaande leeromgevingen, curricula, onderzoeksprogramma’s en netwerken, en het op evenwichtige wijze behartigen van de belangen en doelen van alle stakeholders, de financiën en de noodzakelijke governance vragen in de toekomst van FMR veel tijd en expertise.[2] 



[2] Zie ‘Het gaat niet vanzelf. Eindrapport SVM - Puzzelen in leergemeenschappen’, maart 2020 en ‘Literatuurverkenning en monitoring leergemeenschappen Social Work’, maart 2020.

   

Duurzame leergemeenschap in de praktijk niet zo eenvoudig.

Voor het verrijken van de afzonderlijke leeromgevingen zijn in meer of mindere mate ervaring, specifieke expertise, middelen en ondersteuning aanwezig binnen FMR en de hogeschool. Dit geldt ook voor het op maat begeleiden van studenten en het blended maken van leeromgevingen. Daarvoor is een aanvullende impuls – naast datgene wat al gebeurt – op dit moment niet direct noodzakelijk, maar blijft onze aandacht vragen in de toekomst. Wel wordt de roep steeds luider om in de metropoolregio Amsterdam duurzame leergemeenschappen te ontwikkelen als externe leeromgeving. Samen met werkveldpartners en/of burgers werken we in deze leergemeenschappen samen om aandacht te besteden aan grote maatschappelijke thema’s. Kennisontwikkeling en -deling dienen daarbij hand in hand te blijven gaan[1]. Zowel vanuit de opleidingen en lectoraten, als vanuit bijvoorbeeld het Centre of Expertise Urban Governance and Social Innovation, waarin ook beroepenveld en samenleving vertegenwoordigd zijn, neemt dit geluid in kracht toe en vergt dit toekomstige aandacht vanuit FMR. In de duurzame leergemeenschappen zullen studenten, docenten, onderzoekers en beroepsprofessionals en/of burgers gelijkwaardig en intensiever samenwerken. Het uitgangspunt voor deze samenwerking zal ook in de toekomst de inbreng van eigen vragen en kennis zijn. De essentie van leren in een dergelijke rijke leeromgeving is, dat de participanten op meerdere niveaus en vanuit meerdere perspectieven gezamenlijk kennis ontwikkelen. Op een dergelijke wijze leveren we tevens gezamenlijk een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Voor studenten biedt deze werkwijze een rijker leerproces, waarin zij leren multidisciplinair samen te werken.  


[1] Zie notitie portefeuilleteam FMR ‘Verbinden Onderwijs en Onderzoek ten behoeve van de beroepspraktijk’, 2020. 

   

Multidisciplinair samenwerken

Field-/Livinglab

(Kennis-)netwerk

Atelier


Buurtwinkel

Loketten

Buurtcampus/Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA)

Onderwijseenheid (klassikaal)

Minor (binnen-/ buitenland)

Stageadres (binnen-/ buitenland)

Afstudeerkring (binnen-/ buitenland

Kennis ontwikkelen en delen binnen een doordachte, doelgerichte mix van online en fysieke werkvormen en instrumenten.

Wij zien de context van de stad als een verzameling van rijke leeromgevingen, waarop opleidingen zich kunnen oriënteren.

De diverse leeromgevingen kunnen verschillen in en op allerlei dimensies. Deze leeromgevingen kunnen zowel binnen als buiten de ‘muren’ van FMR (en hogeschool) gestalte krijgen. Zij kunnen zowel fysiek als online worden vormgegeven, zowel op het nationale als internationale vlak worden ontwikkeld en zich zowel mono-, multi- als intra-disciplinair uitkristalliseren. 

Wij zien de context van de stad als een verzameling van rijke leeromgevingen, waarop opleidingen zich kunnen oriënteren. Daarmee samenhangende keuzes voor (een mix van) leeromgevingen is sterk afhankelijk van het beoogde beroepsprofiel, de daarmee verbonden competenties en de betrokken studentenpopulatie, en daaruit voortvloeiend, van de doelen die docenten, onderzoekers, studenten en werkveldpartners nastreven.

In de praktijk is overigens geen sprake van één leeromgeving, waaraan we vorm en inhoud pretenderen te geven. Eerder is sprake van een combinatie van leeromgevingen die elkaar in het beste geval aanvullend versterken, die FMR de student als gewenste ‘rijke leeromgeving’ wil bieden.

Voorbeelden van leeromgevingen die voorbeeldig zijn voor onze voornemens:

Een combinatie van leeromgevingen

In het verlengde van het instellingsplan van de HvA onderscheiden wij de volgende aspecten aan een stimulerende en rijke leeromgeving binnen onze Faculteit Maatschappij en Recht. We vinden het allereerst van belang dat wij de bestaande sociaal maatschappelijke, juridische en bestuurlijke vraagstukken uit de metropool Regio Amsterdam centraal stellen. Binnen deze metropool pretenderen wij de kennis die binnen onze netwerken en HvA-campus wordt ontwikkeld, te delen. Wij vatten onze studenten, docent-onderzoekers, ondersteuners en lectoren binnen FMR, tezamen met professionals uit het werkveld, op als een (multi- of interdisciplinair) lerende gemeenschap. Op een dergelijke manier willen wij kennis ontwikkelen en delen binnen een doordachte, doelgerichte mix van online en fysieke werkvormen en instrumenten. Het streven daarbij is onze studenten zoveel mogelijk op maat te begeleiden in hun ontwikkeling naar een beginnende beroepsbeoefenaar.

Creëren van een stimulerende en rijke leeromgeving

  • Uitwerking van criteria, (rand)voorwaarden en ontwerpkader, vanuit een didactische visie op leren en kennis ontwikkelen in de rijke leeromgeving.
  • Het (door)ontwikkelen van bestaande en nieuwe leergemeenschappen en plekken in de stad waarin doorlopend en op grote schaal onderzoeks- en praktijkvragen kunnen worden geadresseerd door studenten, docenten en onderzoekers van FMR.
  • In 2026 participeren alle studenten van FMR gedurende hun studie ten minste 1 periode in een leergemeenschap binnen de stad als leeromgeving, waarbij zij kennisactiviteiten verrichten die een bijdrage leveren aan de competentieontwikkeling tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar.
  • In 2026 is minimaal 10% van de docent-onderzoekers betrokken bij (het opzetten van) een leergemeenschap in de stad als rijke leeromgeving.
  • Studenten voelen zich uitgedaagd, gestimuleerd en voorbereid op de latere beroepsuitoefening. Dit uit zich in minimaal een 3.5 op de 5-punt schaal van de NSE, gemiddeld over alle opleidingen van FMR.
  • Medewerkers beschikken over actuele kennis uit de beroepspraktijk en het (praktijkgerichte) onderzoek van onder andere AKMI.
  • Partners in het werkveld zijn tevreden over de professionals die wij opleiden, zoals gemeten middels de hbo-monitor en tevredenheidsonderzoeken bij stagewerkplekken, opdrachtgevers van scripties, samenwerkingspartners etc.


Realisering
Doelstelling

  • Het portefeuilleteam en de in juni 2022 aangestelde programmamanager Rijke leeromgeving:
  • werken samen met de portefeuillehouders in het FMT, het hoofd O&O|FMR, het hoofd AKMI en anderen het programma Rijke leeromgeving voor de periode tot 2026 verder uit en bouwen daarmee verder op de resultaten van de themagroep Verbinden Onderwijs en Onderzoek ten behoeve van de beroepspraktijk;
  • creëren van een gemeenschappelijke FMR-taal rondom Rijke leeromgeving met een duidelijke omschrijving wat wij onder externe rijke leeromgeving en onder leergemeenschap verstaan en hoe die begrippen zich tot elkaar verhouden, waarbij ze nauw samenwerken met het team van het HvA brede project Versterken Buurtcampus en het hogeschool brede lectoraat Higher Education, Research and Innovation (HERI), en werken het concept verder uit van leergemeenschappen, waarin studenten, docenten, onderzoekers, maatschappelijke partners en/of burgers samen kennis ontwikkelen en delen op maatschappelijke vraagstukken;
  • inventariseren en ondersteunen de ontwikkeling van bestaande initiatieven binnen FMR (onder andere het project Versterking buurtcampus) en brengen nieuwe leergemeenschappen tot ontwikkeling, waarbij ze nauw samenwerken met o.a. het projectteam HvA in de Stad;
  • helpen initiatieven beter te benutten en vragen uit de beroepspraktijk en in de stad op te halen en op het juiste niveau („vraagarticulatie‟) adequaat in te passen in relevante onderwijs- en onderzoeksprogramma’s;
  • helpen opleidingen om te definiëren welke kennisactiviteiten studenten en docenten in de stad als rijke leeromgeving kunnen ontwikkelen en bouwen een community waarin docenten, onderzoekers en medewerkers kennis delen over het verbinden van onderwijs, onderzoek en (beroeps)praktijk;

  • ontwikkelen van een trainings- en professionaliseringsaanbod, gericht op het vergroten van het handelingsrepertoire van docenten om (nieuwe) onderwijsmodules in rijke leeromgevingen op de campus, online en in de stad te ontwerpen.

  • creëren van meer continuïteit en samenhang tussen kennisactiviteiten in leergemeenschappen, door aandacht te geven aan thematische programma’s, waarin projecten elkaar kunnen opvolgen en er doorlopende kennis -en leerlijnen ontstaan die aansluiten en meebewegen met de vraagstukken en kennisvragen uit de stad en regio;

  • organiseren van co-creatie sessies waarin de lerende gemeenschappen in de rijke externe leeromgeving onder deskundige begeleiding vorm krijgen, kennis delen en good practices op het verbinden van onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk en het bouwen van rijke leeromgevingen via onder meer ‘lunchbijeenkomsten’ en het opzetten van een digitaal kennisplatform.


Acties