Ambtenaren van een ministerie moeten meer de beleidspraktijk opzoeken en in gesprek gaan met de mensen waar het beleid over gaat.

Een online interview met Edna Konadu over haar derdejaars stage bij het ministerie van Sociale Zaken en haar bestuurskundige toekomstbeeld.


Hoi Edna, goed je te zien, hoe is het?
Ja, het gaat goed. Ik ben nu bezig met de afronding van mijn stage. Momenteel zit ik bij de stichting Triple Threat, waar ik vrijwilligerswerk doe. TT is een community die een positieve omgeving biedt voor jongeren, waarbij zij de mogelijkheid krijgen om hun volledige potentie te benutten. Door sport, cultuur en lifestyle in te zetten, helpen wij jongeren op hun pad naar zelfredzaamheid.


Zie verder: https://stichting.triplethreat.nl/

Wat heb je het derde jaar van je studie gedaan?
In semester 1 heb ik de minor migratie gedaan en nu ben ik bezig met mijn stage bij het ministerie van sociale zaken in Den Haag. Om precies te zijn bij de expertise unit sociale stabiliteit; preventie radicalisering.


Interview Edna Konadu

Interessant en waarbij moet ik eigenlijk denken bij radicalisering?
Het ministerie doet al sinds circa 2010 onderzoek naar radicalisering onder jongeren. In eerste instantie ging de aandacht uit naar jongeren en jihadisme, maar de aandacht is nu verschoven naar radicaliseringsvormen als anti-institutionalisme en extreem rechtse bewegingen. Vooral sinds de Coronapandemie zijn deze laatste twee bewegingen opgekomen en hebben deze aandacht vanuit de overheid. Zie onder meer:

https://www.aivd.nl/binaries/aivd_nl/documenten/publicaties/2018/10/02/rechts-extremisme-in-nederland-een-fenomeen-in-beweging/Rechts-extremisme+in+Nederland+-+een+fenomeen+in+beweging.pdf

En welke preventieve factoren ben je op het spoor gekomen bij de jongeren die je hebt geïnterviewd?
Drie belangrijke factoren: (1) de rol van religie, waarbij religieuze normen en waarden, geloof en hoop geven voor de toekomst; (2) de opvoeding, de rol van de vader en/of moeder die een jongere vertrouwen kan geven in de toekomst; (3) de ervaring dat er daadwerkelijk kansen zijn om aan een goede toekomst te werken, dat het mogelijk is dromen en ambities te verwezenlijken.

Heb je op basis van jouw onderzoek en bevindingen ook nog aanbevelingen gedaan aan het ministerie?
Ja, zeker. Ik heb gemerkt dat er een ‘groot gat’ bestaat tussen de Haagse werkelijkheid en de beleving en ervaring van jongeren. Dus wat er echt speelt in de beleidspraktijk, het beleidsveld.
De uitdaging voor mensen op het ministerie is om jongeren meer actief op te zoeken in hun eigen leefwereld. Dat is niet alleen een uitdaging, maar ook een noodzakelijkheid om echt iets van de praktijk te weten te komen. De overheid moet actiever zijn in het opzoeken en benaderen van jongeren en jongerennetwerken. Dus niet vanuit het ministerie of een stadhuis iets organiseren, maar meer aansluiting zoeken bij dat wat jongeren zelf doen en organiseren.

Je hebt verteld wat je doet en hebt gedaan. Hoe heb je je stage beleefd. Is het ministerie een omgeving waar je zou willen werken?
Ik vond het erg uitdagend. Er lag niet echt een concrete opdracht klaar toen ik begon. Ik moest zelf veel initiatief tonen. De begeleiding vond ik verder erg goed. Elke maandag had ik een gesprek met mijn praktijkbegeleider over hoe het ging.
Toch is het niet echt een omgeving waar ik na mijn studie zou willen werken. Een ministerie staat toch heel ver af van de praktijk. De beleidspraktijk vind ik echt interessant en ook wat in de uitvoering gebeurt en wat daaraan verbeterd kan worden.

Mooi, dat is natuurlijk ook een functie van een stage. Dat je ook ervaart waar je eigen voorkeuren liggen qua werkomgeving.
Nog een laatste onderwerp. Het thema van deze ELF is wat betekent bestuurskunde voor jou? Dus nu stel ik deze vraag aan jou…

Voor mij is het erg belangrijk om bij te dragen aan een concrete verandering in de samenleving. Bestuurskunde betekent ook sturing, voor mij sturing van verandering.


Wat zou je concreet willen veranderen?
Nou, vanuit de ervaringen met mijn stage bekeken denk ik dat het gesprek met burgers, bewoners of de doelgroep waar het beleid voor bedoeld is, erg belangrijk is. Dat vraagt veel aandacht van de overheid.
Verder wil ik mij meer verdiepen in het onderwerp migratie. Daar is zoveel om te doen in deze tijd. De minor migratie heeft wat dat betreft mijn ogen geopend. Het bezoek aan het asielzoekers centrum in Amsterdam, het bekijken van de documentaire Shadow Game https://www.youtube.com/watch?v=M0AiDlhycEE en de vele gesprekken tijdens de lessen vond ik heel erg boeiend en ik heb hier veel van geleerd. Na deze studie overweeg ik daarom de master migration studies te doen aan de Erasmus universiteit.

Dat is mooi te horen dat je zo geïnspireerd bent, Edna. Dank voor dit interview en succes met de afronding van je stage en alvast een mooie zomer!

Scrollable Longpage

En welke preventieve factoren ben je op het spoor gekomen bij de jongeren die je hebt geïnterviewd?
Drie belangrijke factoren: (1) de rol van religie, waarbij religieuze normen en waarden, geloof en hoop geven voor de toekomst; (2) de opvoeding, de rol van de vader en/of moeder die een jongere vertrouwen kan geven in de toekomst; (3) de ervaring dat er daadwerkelijk kansen zijn om aan een goede toekomst te werken, dat het mogelijk is dromen en ambities te verwezenlijken.

Heb je op basis van jouw onderzoek en bevindingen ook nog aanbevelingen gedaan aan het ministerie?
Ja, zeker. Ik heb gemerkt dat er een ‘groot gat’ bestaat tussen de Haagse werkelijkheid en de beleving en ervaring van jongeren. Dus wat er echt speelt in de beleidspraktijk, het beleidsveld.
De uitdaging voor mensen op het ministerie is om jongeren meer actief op te zoeken in hun eigen leefwereld. Dat is niet alleen een uitdaging, maar ook een noodzakelijkheid om echt iets van de praktijk te weten te komen. De overheid moet actiever zijn in het opzoeken en benaderen van jongeren en jongerennetwerken. Dus niet vanuit het ministerie of een stadhuis iets organiseren, maar meer aansluiting zoeken bij dat wat jongeren zelf doen en organiseren.

Je hebt verteld wat je doet en hebt gedaan. Hoe heb je je stage beleefd. Is het ministerie een omgeving waar je zou willen werken?
Ik vond het erg uitdagend. Er lag niet echt een concrete opdracht klaar toen ik begon. Ik moest zelf veel initiatief tonen. De begeleiding vond ik verder erg goed. Elke maandag had ik een gesprek met mijn praktijkbegeleider over hoe het ging.
Toch is het niet echt een omgeving waar ik na mijn studie zou willen werken. Een ministerie staat toch heel ver af van de praktijk. De beleidspraktijk vind ik echt interessant en ook wat in de uitvoering gebeurt en wat daaraan verbeterd kan worden.

Mooi, dat is natuurlijk ook een functie van een stage. Dat je ook ervaart waar je eigen voorkeuren liggen qua werkomgeving.
Nog een laatste onderwerp. Het thema van deze ELF is wat betekent bestuurskunde voor jou? Dus nu stel ik deze vraag aan jou…

Voor mij is het erg belangrijk om bij te dragen aan een concrete verandering in de samenleving. Bestuurskunde betekent ook sturing, voor mij sturing van verandering.


Wat zou je concreet willen veranderen?
Nou, vanuit de ervaringen met mijn stage bekeken denk ik dat het gesprek met burgers, bewoners of de doelgroep waar het beleid voor bedoeld is, erg belangrijk is. Dat vraagt veel aandacht van de overheid.
Verder wil ik mij meer verdiepen in het onderwerp migratie. Daar is zoveel om te doen in deze tijd. De minor migratie heeft wat dat betreft mijn ogen geopend. Het bezoek aan het asielzoekers centrum in Amsterdam, het bekijken van de documentaire Shadow Game https://www.youtube.com/watch?v=M0AiDlhycEE en de vele gesprekken tijdens de lessen vond ik heel erg boeiend en ik heb hier veel van geleerd. Na deze studie overweeg ik daarom de master migration studies te doen aan de Erasmus universiteit.

Dat is mooi te horen dat je zo geïnspireerd bent, Edna. Dank voor dit interview en succes met de afronding van je stage en alvast een mooie zomer!

Interessant en waarbij moet ik eigenlijk denken bij radicalisering?
Het ministerie doet al sinds circa 2010 onderzoek naar radicalisering onder jongeren. In eerste instantie ging de aandacht uit naar jongeren en jihadisme, maar de aandacht is nu verschoven naar radicaliseringsvormen als anti-institutionalisme en extreem rechtse bewegingen. Vooral sinds de Coronapandemie zijn deze laatste twee bewegingen opgekomen en hebben deze aandacht vanuit de overheid. Zie onder meer:

https://www.aivd.nl/binaries/aivd_nl/documenten/publicaties/2018/10/02/rechts-extremisme-in-nederland-een-fenomeen-in-beweging/Rechts-extremisme+in+Nederland+-+een+fenomeen+in+beweging.pdf

Een online interview met Edna Konadu over haar derdejaars stage bij het ministerie van Sociale Zaken en haar bestuurskundige toekomstbeeld.


Hoi Edna, goed je te zien, hoe is het?
Ja, het gaat goed. Ik ben nu bezig met de afronding van mijn stage. Momenteel zit ik bij de stichting Triple Threat, waar ik vrijwilligerswerk doe. TT is een community die een positieve omgeving biedt voor jongeren, waarbij zij de mogelijkheid krijgen om hun volledige potentie te benutten. Door sport, cultuur en lifestyle in te zetten, helpen wij jongeren op hun pad naar zelfredzaamheid.


Zie verder: https://stichting.triplethreat.nl/

Wat heb je het derde jaar van je studie gedaan?
In semester 1 heb ik de minor migratie gedaan en nu ben ik bezig met mijn stage bij het ministerie van sociale zaken in Den Haag. Om precies te zijn bij de expertise unit sociale stabiliteit; preventie radicalisering.


Ambtenaren van een ministerie moeten meer de beleidspraktijk opzoeken en in gesprek gaan met de mensen waar het beleid over gaat.

Interview Edna Konadu