1 In de context van de podcastreeks hebben we zelf geen uitgebreide analyse van onderwijsdata gemaakt. We hebben vooral gebruikgemaakt van de zeer gedegen analyse van het CAOP rond onderwijstijd in het rapport Onderwijstijd: meer of minder? Internationaal vergelijkend onderzoek naar de urennorm en onderwijstijd in het primair onderwijs (Van der Aa et al., 2020).
Figuur 4: Door schoolleiders gerapporteerde onderwijstijd per jaar voor alle vakken in groep 6 afgezet tegen scores op lezen en wiskunde. (Bron: Van der Aa et al, 2020, p. 38).
Figuur 3: Fulltime leraren: gemiddeld aantal uren besteed aan daadwerkelijk lesgeven. (Bron: OECD, 2022)
Figuur 2: Verplichte onderwijstijd (SCED1 (po, groep 3-8). (Bron: Van Der Aa et al, 2020, p. 6)
Ook het CBS (Groen, 2015) heeft gekeken naar de relatie tussen het aantal lesuren van leraren en leerlingen en de onderwijsopbrengsten. Ze concluderen voorzichtig dat ‘de verplichte lestijd voor leerlingen en leraren negatief correleren met de PISA- en efficiëntiescore’ (p.9). Tegelijk is het volgens het CBS nog de vraag of het verlagen van de verplichte lesuren voor leerlingen en leraren in Nederland goed zal uitpakken. Dat hangt namelijk af van de manier waarop de extra ruimte voor leraren (en leerlingen) ingevuld wordt, en of lerarenteams bijvoorbeeld wekelijks tijd besteden aan de verbetering van de kwaliteit van de lessen en het lesmateriaal.
Je zou verwachten dat meer inzet van leraren en meer leertijd voor leerlingen leidt tot hogere leeropbrengsten. Maar als je deze internationale cijfers met elkaar combineert, blijkt dat meer lesuren niet altijd leiden tot betere leerprestaties.
Het hoge aantal uren in de klas geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor leraren. Ook zij hebben – vergeleken met andere landen – een hoog aantal lesuren.
Tegelijkertijd scoort Nederland juist hoog als het gaat om het aantal lesuren dat leerlingen krijgen, zowel in het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Als het gaat om de verplichte onderwijstijd zit Nederland ruim boven het gemiddelde binnen Europa en de OESO landen.
Er zijn op dit moment grote zorgen over het niveau van het Nederlandse onderwijs als het gaat om leerprestaties van leerlingen ten aanzien van basisvaardigheden zoals taal en rekenen. Nederland lijkt te zakken in de internationale vergelijkende studies zoals PISA, TIMSS en PIRLS (Een blik op de Nederlandse positie in internationale onderwijsrankings (cpb.nl)).
Internationale vergelijkingen tussen landen moeten altijd heel voorzichtig gebruikt worden omdat elk onderwijsstelsel uniek is en onderwijsdata niet altijd goed vergelijkbaar zijn. Toch is het wel interessant om te kijken hoe de situatie in andere landen is1.